06-02-2021
Quarantaine dag 5, maandag is het een week geleden dat ik positief testte op covid. Pijn heb ik niet, moe en uitgeblust ben ik des te meer. Dus dient mijn zetel voor alles; eten, slapen, tv-kijken, paperassenwerk,... Maar meestal lig/zit ik hier gewoon en ben ik aan het nadenken. Ik heb zeeën van tijd om na te denken. En het is verrassend hoeveel inzichten die afstand van iedereen en alles geeft.
Het nieuws volg ik niet meer. Ik kan het niet meer horen hoe de horeca afziet, hoe de helft van hen een stille dood aan het sterven is. Hoe kappers en schoonheidsspecialistes smeken om hun passie opnieuw te mogen uitoefenen, hoe de jeugd wegkwijnt op hun kot in plaats van nu herinneringen voor het leven te maken. En dan zwijg ik nog over die mottige discussies over dat vaccin. Wie eerst, wie laatst? Wie moet wachten? Want hun logica in voorrang is ver zoek.
Eerst de mensen die in de zorg staan. Duh! Dat is een evidentie voor iedere modale mens met een portie gezond verstand. En toch moest ook de medische sector quasi smeken om gevaccineerd te mogen worden. Die mensen zitten al maanden op hun tandvlees, worden al maanden blootgesteld aan al het fysieke leed dat covid met zich meebrengt maar toch moesten ze smeken. Nu goed. Ondertussen kregen ze hun vaccin. Net zoals de mensen die in het rusthuis werken. Maar de kinderbegeleidsters? Heeft iemand het daar al over gehad? In maart 2020 werden we éénmaal genoemd. Om te zeggen dat wij in geen geval dicht mochten, want de economie moet blijven draaien. Dat beseffen ze daar in Brussel dan toch wel, dat wij de spil zijn die de economie draaiende houdt. Ik run een kinderdagverblijf met een capaciteit van 80 voor- en 60 naschoolse kinderen. Wij zijn een team dat bestaat uit 13 toppers. Ik dacht dat wij ook 'in de zorg' zaten, maar toch worden we sinds maart 2020 nergens meer vernoemd. Het is heel duidelijk dat wij voor de Wetstraat maar schorriemorrie zijn. Wij zijn die laagopgeleide die voor kinderen zorgen. Het voetjesvolk. Zeggen ze dat niet? Wel zo voelt het wel. Alsof wij er helemaal niet toe doen. Werken en zwijgen. En vooral niet zagen.
Ik moet zeggen, ik vind dat het nog lang geduurd heeft vooraleer covid een kinderbegeleidster te pakken had. En het stoort me niet dat ik het kortste strootje trok. Maar het maakt me wel uit dat ik vanaf volgende week donderdag opnieuw tussen de kindjes mag gaan staan (die als je het mij vraagt een broeihaard van covid-microben zijn) en dat er dus systematisch personeelsleden kunnen/zullen uitvallen. Los van de gehele praktische rompslomp die dat met zich meebrengt: wij moesten om 7u 's morgens alle ouders afbellen omdat het klasje waarin ik stond met onmiddellijke ingang dicht moest, alle kinderen waarmee ik in contact kwam, moesten getest worden, lijsten met gegevens moesten worden doorgestuurd naar contacttracing, collega's moesten worden getest en in quarantaine,...
Los van dat alles is er ook het mentale. Wij hebben ook maar één leven hé. Ik heb medewerkers met astma, met familieleden die tot de risicogroep behoren. Ik ben nu eventjes een futloos wrak, geeft niet, maar ik wens het mijn collega's niet elk om de beurt toe.
We mogen onze ouders al maanden niet meer binnenlaten. We mogen toekomstige ouders al maanden geen rondleiding meer geven. Wij zien elk leefgroepje als een bubbel apart. Dit betekent dat elk leefgroepje op zichzelf moet opstarten en afsluiten. We hebben om 18u 's avonds soms elk nog 1 kind in de klas, maar ze samen zetten is geen optie. We kunnen onze job al maanden aan een stuk niet meer uitvoeren zoals we hem het liefste doen. Ouders worden al veel te lang noodgedwongen gezien als mogelijke microben. Collega's kunnen al zolang niet meer even luchten in de personeelsruimte in hun middagpauze. We zagen en klagen zeker niet, want we leggen onze handen samen dat we kunnen en mogen blijven werken. Onze steun en gedachten gaan elke minuut naar al die zelfstandige collega's die al veel te lang niet meer mogen werken. Die hun commerce zien bloeden. Zij zijn het slachtoffer, wij zeker niet!
Dus begrijp me alstublieft niet verkeerd. Dat ze ons niet vernoemen, betekent niet dat ik wil dat ze voor ons een laken gaan buitenhangen. Absoluut geen behoefte aan. We doen ons werk en we doen het graag. Maar dat we bij de rangorde der vaccins niet eens vernoemd worden.... Terwijl minister Weyts snapt dat de leraren moe zijn, dat stoot me tegen de borst. Waar wil ik naartoe? Geef ons een vaccin. Zorg ervoor dat wij kunnen blijven doen wat we het liefst van al doen: onze job. Het gros van de kinderen is er niet ziek van, velen hebben het allicht al gehad zonder het te weten. Als wij gevaccineerd zijn kunnen we blijven zorgen en kunnen de ouders blijven werken. Lees: kan de economie blijven draaien. Vernoem ons niet om te applaudisseren, vernoem ons om te erkennen dat onze job mega belangrijk is voor de ganse economie. Als de kinderverzorgsters één voor één gaan sneuvelen en hier zo belabberd als ik in de zetel gaan liggen zullen de crèches binnenkort om de haverklap de deuren mogen sluiten en zullen de ouders om de haverklap met de handen in het haar zitten. Onze ouders zijn schatten! Ik kan het aantal lieve mailtjes niet tellen. De ouders waren bezorgd om mij, wilden weten hoe het met mij ging. Dat er eventjes geen opvang was, dat zouden ze wel fixen, daar moest ik niet mee inzitten. Maar zullen ze nog zo begripvol zijn als we voor de 7e keer sluiten? Zou ik als moeder zo begripvol zijn als mijn oplossingen zoeken na verloop van tijd uitgeput raken? Als mijn hypothetische werkgever het zoveelste quarantaine attest van me zou krijgen? Ik dacht het niet. En dan nog gezwegen over de courage bij alle begeleidsters. Die zal na verloop van tijd ver zoek zijn. En terecht. Maar dit kan vermeden worden. Maar dan zullen ze in de Wetstraat eens voor één keer aan ons moeten denken.
Dus bij deze een gently reminder:
De spil meneer de minister, dat zijn wij.
Ik hoor het wel waar en wanneer ik mijn vaccin mag gaan halen, weet dat ik op u reken.
X
EJ
Opmerkingen