De kinderopvang staat in brand. Al een hele tijd. Noem het gerust een bosbrand en die is nog steeds niet onder controle. En met hoevelen men ook probeert te blussen (of noem het sussen), de kern van het probleem, de oorzaak van de brand, blijft sluimeren en vroeg of laat volgt weer een opflakkering.
Er gebeuren toeren (zoals we dat hier in West-Vlaanderen uitdrukken) omdat het bobijntje van de begeleiders op is. Begrijp me niet verkeerd, ik walg net als iedereen van al de beelden en de verhalen die aan het licht zijn gekomen. Dergelijk gedrag valt nooit te rechtvaardigen. Gelukkig zijn die rotte appels eruit. Maar het is niet omdat die uitwassen aan het licht kwamen, dat voor de rest alles vlotjes loopt.
De symptomen worden bestreden maar het systeem zit fout.
Ik organiseer kinderopvang sinds september 2008. Van die (bijna) 15 jaar stond ik zelf 10 jaar dag in dag uit tussen de kinderen. Ik denk dus dat ik mag stellen dat ik weet hoe het eraan toe gaat bij het dagdagelijkse instaan voor de zorg en ook achter de frontlinie als organisator;
als diegene die non stop alle ballen tegelijk in de lucht moet zien te houden: zorgen voor de tevredenheid van ouders, personeel, agentschap opgroeien,...
Hilde Crevits probeert in te grijpen. Dit deed ze onder andere door de verloning aanzienlijk te verhogen en extra betaalde verlofdagen uit te delen. Wat de verloning betreft geen probleem.
Ik ben zot van mijn team en gun hen van harte elke euro opslag.
Die extra verlofdagen, dat is een ander verhaal. Omdat het weer op zo'n typisch Belgisch kafkaiaanse wijze georganiseerd is.
Elk personeelslid krijgt 2 dagen betaald verlof per jaar extra.
Elk personeelslid +35 jaar krijgt bovenop die 2 dagen nog eens 5 betaalde dagen extra.
Elk personeelslid +45 jaar krijgt 2 dagen extra + 2u per week betaald vrij.
Als je weet dat het agentschap opgroeien minimum 220 openingsdagen per jaar eist en daarenboven een maximum aantal kinderen per begeleider oplegt, dan wordt die puzzel maken wel heel moeilijk.
Ik geef u even mee wat dit betekent bij mijn kinderdagverblijven:
13 mensen waarvan er 3 boven de 35 jaar zijn.
Klein rekensommetje: 26 dagen + 15 dagen = 41 dagen waarop één personeelslid afwezig is.
Dat betekent dat wij, volgens de nieuwe regeling, op jaarbasis 2 volledige maanden (werkdagen) minstens één iemand tekort hebben. En dan moeten we nog hopen dat er op dat moment geen sprake is van personeelstekort om een andere reden. Dus zien we ons genoodzaakt om nog een weekje extra collectief te sluiten. Als dat al lukt, want we mogen niet onder de 220 dagen gaan.
Dit zorgt ervoor dat er gigantisch gepuzzeld en geteld moet worden. Bovendien blijven er nog steeds 2 à 3 door onze mensen vrij te kiezen dagen over. Lees: nog maar eens een dikke maand waarop minstens één iemand ontbreekt. Wat dus neerkomt op 1/4 van het jaar met minstens 1 personeelslid tekort.
Die nieuwe verlofmaatregel heeft dus grote negatieve neveneffecten.
Hoe denken ze in het Vlaams parlement dat het voelt als personeelslid als je weet dat de rest dubbel moet draaien omwille van jouw dag verlof?
Of hoe het voelt als je als organisator moet meedelen dat je onmogelijk die gevraagde vrije dag 3 maand op voorhand kan goedkeuren omdat er al sinds de start van 2023 wordt gekampt met personeelstekort?
Ik zal het u zeggen. Mottig!
Enorm mottig voelt het. Voor de persoon die het verlof wil, voor alle andere personen die het verlof mee moeten helpen opvangen èn voor ons, de organisator, die iedereen zijn verlof van harte wil gunnen, maar organisatorisch gekneld zit.
Het 'gestrooi' met verlofdagen zonder grondige, structurele wijzigingen aan het systeem zelf biedt geen afdoende oplossing, het verlegt het probleem alleen maar.
In die optiek dacht ik spontaan aan het afstemmen van de kinderopvang op het systeem van het onderwijs. Eigenlijk zouden de openingsdagen van kinderdagverblijven gelijk moeten worden gesteld met die van de scholen.
Ik vraag me al geruime tijd af waarom wij tot op vandaag helemaal los staan van het onderwijs, terwijl ook wij met kinderen werken. Die totaal aparte behandeling kwam heel pijnlijk tot uiting tijdens de coronaperiode. Ik heb me daar toen bijzonder aan gestoord. Scholen moesten in die tijd dicht, omdat de kinderen de bron van besmetting bleken, maar de crèches moesten openblijven omdat de economie moest blijven draaien. Ik zag en zie tot op vandaag het verschil niet. Scholen zorgen toch evenzeer dat de economie kan blijven draaien en kinderen van 0-3 met oudere broertjes en zusjes waren een even grote broeihaard wat mij betreft.
Bij de vakantie van leraren wordt geargumenteerd dat ze het echt nodig hebben om er eens uit te zijn. Kan ik inkomen. Maar waarom geldt die argumentatie dan ook niet voor kinderbegeleiders? Kan de mentale last en druk die een kinderbegeleider voelt niet minstens als evenwaardig worden beschouwd? Ik ben er rotsvast van overtuigd dat het systeem van collectief verlof zoals in het onderwijs de motivatie bij de begeleiders zou versterken en de batterijen beter zou opladen. Eindelijk verlof waarbij niemand dubbel moet draaien of gaan vervangen om een andere collega zijn dagje vrij te kunnen gunnen.
Daarnaast geloof ik graag dat onze job, onze sector, onze openstaande vacatures daardoor heel wat aantrekkelijker zouden worden. Dat onze jonge moeders met pakken minder stress naar het werk zouden komen, in de wetenschap dat de start van de schoolvakantie voor hen geen begin van de 'opvanghel' betekent. Dat ze dag in dag uit het beste van zichzelf geven voor ieder ander zijn kind, maar er op tijd en stond ook eens ècht kunnen zijn voor hun eigen kinderen.
Ook voor ons als organisator zou het een pak minder stress en gepuzzel zijn mochten vrije dagen collectief worden genomen. Want een vrije dag zou niet langer betekenen dat we onderbemand zijn. We zouden veel sneller een vergadering of ouderavond georganiseerd krijgen buiten de uren, een activiteit na de werkuren die er voor veel personeelsleden nu teveel aan is.
Naast het gelijk zetten van de openingsdagen van de kinderdagverblijven met die van de scholen pleit ik ook voor het gelijk brengen van de competenties van de kinderbegeleiders met die van de kleuterleiders. Laat onze mensen bijscholen, maak de opleiding in de toekomst rijker en breder. Naast meer loon en meer verlof ook een inspanning op gebied van kwaliteit. Het zou de ontwikkeling van onze dierbare maar o zo kwetsbare 0-3 jarigen, onze oogappels, alleen maar versterken.
Ik besef dat ik met dit voorstel heel wat werkende ouders tegen de schenen ga schoppen. Maar nu lopen we allemaal met oogkleppen op. Zelfs als we weten dat er 3 personeelsleden ziek zijn in de crèche brengen we ons kindje anyway. We kunnen niet anders, want we moeten gaan werken. We gaan dus met z'n allen akkoord dat er op zo'n dag met te weinig mensen voor veel te veel kinderen moet worden gezorgd. Zo zijn we met z'n allen al maanden struisvogels.
Het is allerminst mijn bedoeling om met dit pleidooi elke werkende ouder in de steek te laten. Absoluut niet. Ik besef dat, vooraleer deze omschakeling er überhaupt zou kunnen komen, er een kader rond moet worden gecreëerd. Onze gebouwen zouden bijvoorbeeld kunnen worden opengesteld voor gemotiveerde mensen zonder (of met oudere) kinderen die het net als een opportuniteit zien om enkel in schoolvakanties te werken en doorheen het jaar verlof te kunnen nemen. Er zijn, als daar goed over wordt gebrainstormd, zeker en vast mogelijkheden om die nieuwe gaten in de markt te dichten. Om er, ondanks dit verzoek, voor te zorgen dat elke ouder op opvang kan rekenen als ze moeten gaan werken. Op een nieuwe manier zouden ze misschien zelfs 365 dagen beroep kunnen doen op opvang in plaats van de huidige 220. Maar wij kunnen op deze manier gewoon niet langer als enige instaan om 'de economie te laten draaien'.
Ik ben ervan overtuigd dat, indien we binnen 10 jaar nog kinderopvang willen vinden, er nu ingrijpende wijzigingen aan het systeem nodig zijn.
Onze mensen staan dag in dag uit tussen kleine kinderen en er wordt verwacht dat ze die taak tot hun 67ste enthousiast blijven uitvoeren. Welnu, op de manier zoals het nu georganiseerd is, zie ik dat niemand volhouden.
Dat geldt ook voor de uitbaters. Als organisator voel ik een constante druk: personeel vinden en (tevreden) houden, zo vaak en zo goed als mogelijk aan de wensen van ouders tegemoet komen, goed scoren bij agentschap opgroeien en rekening houden met alle vooropgestelde regels.
En dat elke dag opnieuw.
Daarenboven voegde mevrouw Crevits voor de organisatoren geen schepje toe aan het loon.
Er is geen 13de maand, geen dubbel vakantiegeld en er zijn geen extra verlofdagen. Wat er wel bij kwam is het werk om al de verlofdagen van de personeelsleden ingepland te krijgen en hun afwezigheden zelf te zien opvullen. Waardoor de papierwinkel noodgedwongen verschoven wordt tot na de uren of naar het weekend. Ik ben zelf mama van 3 (weldra 4). Ik ben degene die zwanger is en als organisator moet blijven doorwerken als gevolg van ons constante personeelstekort. Wetende dat ik als werknemer van bij de start zou worden thuis gezet als bescherming tegen CMV.
Er zit nu quasi geen verschil meer tussen de voordelen van de werkgever t.o.v. de werknemer. De factor verantwoordelijkheid wordt alsmaar minder in rekening gebracht. Als er iets fout loopt is het nochtans de organisator die er voor opdraait en wiens naam en toenaam in de media vermeld wordt.
Mijn medewerkers werken hard, doen hun uiterste best. Ook ik zet me volledig in, hou van mijn job, mijn mensen, de kinderen en hun ouders. Maar we raken moe. Uitgeput.
Daarom herhaal ik nogmaals mijn oproep om van ons systeem een schoolsysteem te maken.
Op die manier kan iedereen op tijd en stond het hoofd eens leegmaken om dan als team uitgerust en gemotiveerd te herstarten.
Het zou in het begin een grote omschakeling betekenen, maar op termijn meer kwaliteit en een grote houdbaarheidsgarantie opleveren.
Zeg dakik het gezegd eb ;-)
L.
Comments