31-01-2024
84 dagen. Evenveel dagen als jaren die jij sinds afgelopen zaterdag op je teller ging hebben.
Het is vreemd dat jij er niet meer bent. Jij. Mijn oma. Mijn doopmeter. Mijn raadgever. Mijn vrouw op-een-pied-de-stal waar ik zo hard naar opkeek. De kokette dame waarvan al mijn vriendinnen vol lof waren over je goede smaak. Mijn maatje waar slechts 50 jaar leeftijdsverschil tussen zat. Mijn luisterend oor. Mijn koffiekameraadje op woensdagnamiddag...
Het leven gaat al eventjes weer zijn gewone gangetje en toch is niets meer zoals het was.
Het is woensdag 31 januari 2024.
12 woensdagen terug was de laatste normale woensdag.
De woensdag waar jij en ik nog zo gewoon was.
Ik pak het boekje van je afscheidsdienst in mijn handen en herlees mijn zelfgeschreven verwelkoming van toen;
Welkom allemaal op het afscheid van Helena, Lena, zus, mama, oma, superoma, en als bonus ook nog doopmeter in mijn geval.
5 jaar en 50 dagen geleden zat de kerk van Gullegem tjokvol toen we afscheid namen van opa. Meermaals zei je me daar later over: “Opa ging dat moeten zien, hij zou dat fantastisch gevonden hebben. Van mij mag dat allemaal veel kleiner en bescheidener.” Je vervolgde steevast;
“In Gullegem weet iedereen wie Sefke Skang is, maar vraag wie Lena Feys is…”
Wel, als ik hier nu rond mij kijk dan denk ik dat je jezelf daar onderschatte. Ik hoop dan ook dat je het ons vergeeft dat we klein en bescheiden als een ruim begrip hebben geïnterpreteerd. Want jij was groots in je bescheidenheid. Je stond niet graag op de voorgrond, maar net in die eenvoud viel je op.
Geen idee hoe je het deed, maar waar jij was, daar was warmte en gezelligheid. Eender wanneer we bij je binnensprongen, verwacht of onverwacht, in een mum van tijd stond de tafel vol knabbels. Je gelaat verraadde telkens hoe opgetogen je was dat we er waren; en dit altijd zonder dat we ons ooit schuldig moesten voelen als het eventjes geleden was.
Je opdringen heb je nooit gedaan, verwachtingen nooit gesteld. Je hamerde daar sinds opa’s dood nog meer op. Je was overal graag bij maar je wou nergens te veel zijn. Ik denk dat het net daarom was dat we allen met het grootste gemak en met de meeste liefde zo vaak bij je binnensprongen of je meenamen naar waar we ook gingen. Jij was nooit teveel. Voor niemand.
Woensdagnamiddag om 16u, dat was ons momentje. Jij wandelde te voet tot aan de kantine van FC Gullegem en we dronken samen een koffietje terwijl Max-Luiz voetbalde. Steevast haalde je PIKNIKJES ,zoals Luiz het uitspreekt, en mignonetjes uit je handtas.
De allereerste keer van het seizoen wilde je z’n chocolaatje geven in de pauze. Waarop hij verbouwereerd zei: “maar oma, dan gaan
ze zeggen dat mijn mond vuil is.” Jij moest lachen en begreep dat je je bedeling voortaan NA de training moest voorzien. Deze gewoonte lag ons allebei nauw aan het hart. Jij had telkens vragen over je telefoon. Ik schreef de ene week uit hoe je een afspraak in je telefoon moest zetten, de andere keer hoe je foto’s uit whatsapp kon opslaan op je gsm,… Jij, ik, 2 koffies en die gsm.
Zo ging het week na week en we keken er allebei telkens naar uit. Woensdag 8 november was het hondenweer. En hoewel ze de training niet hadden afgelast had ik als mama beslist dat ik mijn zoon niet door dat weer ging jagen. Dus ik belde je, maar je nam niet op. Ik ben in vergadering kreeg ik via sms terug. Ik lachte. Haha, oma heeft per ongeluk op zo’n automatisch berichtje getikt dacht ik nog. Wat later belde je me zelf op. Loreke, had je gebeld? Ik was in vergadering. Ik lachte opnieuw en dacht in mezelf; ze was echt in vergadering of wat? Mijn cursussen gsm’en op woensdag loonden blijkbaar.
“Ik had gebeld om je te laten weten dat ik niet naar de voetbal zal gaan met zo’n weer”, ging ik verder. Jij had voor jezelf die bedenking ook al gemaakt. Ge moet dat ventje in zo’n weer niet buiten laten voetballen, gaf je me gelijk.
Normaal gezien zou ik je nooit door zo’n weer verzoeken om tot bij mij te komen op de koffie. Maar je had me de dag ervoor gebeld omdat je je nieuwe hoesje dat ik besteld had voor je gsm er maar niet op kreeg. Dus ik stelde het je toch voor. “Normaal ben ik schuw om in het donker te rijden” zei je, “Maar ik moet me daarover zetten of ik ga heel de winter in mijn huis moeten blijven.” Jij lachte, ik ook. En iets voor 5 kwam je bij ons thuis.
Onze koffiedate was zoals in de kantine maar dan thuis. Ik verving je hoesje,
ik vroeg je of je vrijdag 24 november naar Charlie z’n verjaardag kwam. Jij zei ik ga dat direct in mijn gsm zetten si. En weer moest ik een klein beetje helpen. En weer was jij geambeteerd dat je het nog steeds niet helemaal alleen kon. En weer was ik alleen maar apetrots dat mijn hippe oma van 83 haar afspraken in haar gsm bijhoudt. En zo verging de tijd, zo eenvoudig gewoon zoals we dat altijd deden..
Wist ik toen veel…
Om 17u30 vertrok je met Charlie richting Gullegem. Want hij moest sjotten om 17u45 en het was toch al te gek dat we met twee naar Gullegem zouden rijden als jij daar sowieso moest zijn. Wist ik toen veel…
Het noodlottige telefoontje met papa om acht over negen was niet te bevatten. Mijn hoofd was hier te klein voor. Hoe konden wij zopas keuvelend afspraken maken voor verjaardagen en Kerstmis, en hoe kon het 3 uur later helemaal fout zijn gegaan? Ik kon en wou dat gewoon niet begrijpen. De dagen die daarop volgden kwamen de typische “als’en”. Had ik geweten dat, dan… Maar eigenlijk was het goed. Het was allemaal goed. Ik hoefde je woensdag niet extra te hebben verteld hoe graag ik je zag, want dat wist je.
Ik had je zo graag nog 10 jaar langer bij ons gehad. Ik had je nog zo graag meegenomen naar Lola’s eerste kot. Ik heb het geluk gehad te mogen ervaren hoe je was met je achterkleinkinderen. Dat voorrecht had ik mijn liefste neven en nichten die nog geen kindjes hebben ook zo hard gegund. Maar telkens weer kom ik tot bedaren en berust ik in het feit. Neen oma, het was goed. Je bent mogen sterven op de manier die jij altijd had gewenst. En het zou altijd tekort zijn geweest. Ik had je het liefste gewoon nooit afgegeven.
Maar het is goed. Rust nu maar zacht. Je hebt een prachtig leven gehad, en
dat van ons massa’s kleur gegeven. Je hebt de laatste 5 jaar zonder opa nog zoveel moois mogen meemaken. Ga hem nu maar gaan vertellen over Ralph en Rogerke, over Liam en Jack. Over Maxim, Ignace, Stephen, Merel, Florence & Delphine. Zeg hem er maar bij dat jij niet gelaten hebt van leven. Dat we zoals hij vroeg een goed glas champagne hebben gedronken,
die mooie 29e september in 2018.
En dat we inderdaad goed voor jou hebben gezorgd. Dan beloof ik je bij deze graag hetzelfde.
We zullen je leven straks vieren met een goed glas champagne, we zullen niet laten van leven. We zullen elkaar straks eens goed vastpakken. Want ik weet dat, als er iets is, ik bij hen mag zijn en zij bij mij. Dat zal nooit veranderen.
We zijn onze ankers dan wel verloren, maar we zullen elkaar niet loslaten.
Daarvoor zijn we te hecht. En dat is dankzij jullie.
Lieve oma, waar je nu ook bent, het ga je goed.
En doe de groetjes aan opa.
Ik was, omwille van de winterstop, even gespaard van die pijnlijke kantine van FC Gullegem op woensdagnamiddag. Maar vandaag was ik er weer voor het eerst. En guess what. Het suckt.
Het suckt nog steeds formidabel om daar zonder jou te zitten. Op de koop toe ziet Luiz onwaarschijnlijk af van je dood. Ik denk vaak; had je dat maar geweten. Je ging meerdere keren hebben gezegd dat hij nooit triestig moest zijn als jij er niet meer was. Want je hart ging zelf breken als je zou geweten hebben hoe verdrietig hij soms is. Hij weent op onverwachte momenten, haalt te pas en te onpas herinneringen van je naar boven. Soms op ogenblikken dat ik het niet verwacht, maar d'office op woensdagnamiddagen. Zonder fout. Zo ook weer vandaag. We zitten nog maar in de auto en daar gaan we al. "Wil je een liedje van oma's begrafenis opleggen mama?"
'Mag ik dan bij jou' speelt door de boxen en ik voel dat het vandaag zo'n dag is dat ik me zelf niet sterk kan houden. Dus willens nillens, de tranen rollen over mijn wangen. We staan aan de lichten en ik probeer wat naar buiten te kijken maar ik voel Luiz' oogjes in mijn gezicht priemen. "Heb je traantjes mama?" Zegt het lieve stemmetje van dat pienter 5-jarig kereltje van me. Ik knik en glimlach. Traantjes hebben is oké. Ik mis oma soms gewoon ook heel erg leg ik hem uit. Hij knikt begrijpend. Waarop hij me vertelt dat hij wou dat hij een raket had. Dan zou hij eens vliegen tot bij oma. Ik zou willen glimlachen maar er vloeien alleen maar meer tranen langs mijn kaken. Hij ziet het ook. Hij kijkt me even aan en geeft me dan volgende peptalk; "Mama, gelukkig hoef je oma niet voor altijd te missen. Van zodra jij dood bent zie je haar terug."
Check. Het is hem gelukt. Ik moet lachen met zijn goedbedoelde poging om me met deze lugubere woorden te troosten. "Das waar, gelukkig!", beantwoord ik hem tevreden.
Waarop hij switcht van onderwerp en vraagt om het liedje van Milo op te leggen.
We zingen samen luidkeels mee en mijn tranen ebben stilletjes weg.
Ik denk aan de sportsokken die ik kocht de eerste keer na je dood dat ik ging uitwaaien aan zee.
C'est la vie. C'est la fucking vie.
Rouwen is rauw. Maar we kunnen als volwassene veel leren over een kind in rouw.
Ze pakken hun momentje en zo snel als het opkomt draaien ze hun knop. Just like that.
Ik mis oma - ik heb honger!
Ik heb traantjes voor oma - mag ik op tv?
En zo heb ik al tig switchen meegemaakt sinds november.
Ik ben dankbaar dat Luizje mijn knop is.
Ik heb mijn momentje genomen en nu kan ik weer verder.
Nog 8 woensdagen...
Ik mis je oma.
En dat is helemaal oké.
Liefs,
EJ
X
Kommentarer