04-02-2021
30 jaar, 3 kids, zelfstandig, 1000 plannen, een hoofd vol dromen, mezelf constant voorbij lopen,.. Iedere dertiger zal er op zijn manier wel iets van herkennen. Corona? Ba nee gij, zot! We letten op hé! En we houden geen illegale feestjes. We doen min of meer wat er van ons gevraagd wordt. Maar we zijn jong en vitaal, dus slachtoffer worden, dat zal wel niet gebeuren. En àls ik het al vang, dan zal het wel nadien blijken uit mijn bloedresultaten. Ik zal wel zo'n type zijn dat daar niks van gemerkt heeft toen het beestje in me zat. Tarara. De boemerang kwam afgelopen dinsdag aan 200/u terug, paf! Recht in mijn gezicht.
1 telefoontje: Lore, ik heb slecht nieuws. Je Covid testresultaat is positief.
Hier lig/hang/zit ik dan in mijn zetel. Zo slap als een vod. Elke kleine daad voelt als een gigantische opgave. Maar hey, da ga nie besta nie hé! Nie neute, nie pleuje zouden de Oost-Vlaamse skimaatjes zeggen. Tis efkes tanden bijten, we overleven dat wel. Maar je eigen lichaam dat moet vechten tegen een vies onzichtbaar beest dat in je leeft, je lichaam dat zo slap en futloos wordt dat je met je hoofd vanalles zou willen doen maar je met je lichaam geen poot kan verzetten, dat is een heel raar en tegelijk angstaanjagend gevoel. Ik mag er niet aan denken dat ik mezelf elke dag zo zou voelen, de rest van mijn leven. En plots besef ik dat ik mijn lichaam nog nooit oprecht dankbaar ben geweest voor de afgelopen 30 jaar. 30 jaar van uitmuntende gezondheid. Organen die perfect functioneren, goede bloedwaarden, spieren die meewillen, voldoende cellen, geen vitamientjes tekort, niet te veel of niet te weinig chromosomen,... De ziekenhuisopnames beperkten zich tot een kapotte meniscus en de verlossing van een tros amandelen. En net omdat het al altijd de normaalste zaak van de wereld was, had ik er geen idee van hoe dankbaar ik moest zijn.
Ik lees heel graag boeken met waargebeurde verhalen. En zeker als het dramatische verhalen zijn. Om eventjes stil te staan bij hoe gelukkig ik wel ben. Hoe goed ik het wel heb. Maar hoewel ik altijd al dacht dat ik dat goed besefte is er deze week toch een soort next level besef gekomen. Ik moest gigantisch vaak denken aan al die jonge mensen die al maanden, jaren erg ziek zijn. Die zich al zo lang leeg en futloos voelen. Dat moet verschrikkelijk zijn. En dan heb ik het niet alleen over de jonge mensen die vechten tegen kanker. Er zijn nog heel wat meer ziektes en pijnen, die veel minder onder de aandacht worden gebracht maar daarom bijlange niet minder erg zijn. Ik geef het eerlijk toe, ik ben zelf zo'n type die zou zeggen: "Allé weirdu, nie aan toegeven, probeer et ne keer, verleg u grenzen,.." Maar als ik me nu nog maar half voel zoals die mensen zich elke dag voelen, dan moet ik met grif toegeven: sorry maar het gaat niet. Ik wil wel, maar ik kan niet uit mijn zetel. Keb er de courage nie voor.
Ik zit nu in een fase dat ik gesoigneerd wordt als een prinses. En ik zou liegen als ik niet heerlijk geniet van al die attente vrienden en vriendinnen. Een bloemeke hier, wa chocolaatjes daar, een zakske chips, pla'kes van den traiteur. En maar bellen en sturen en netflix suggesties doorsturen. Online schaakpartijtjes om de tijd te helpen doden,... Mijn entourage is van 't beste! Maar compassie blijft niet duren, attent zijn ook niet. Geeft ook niet. Tegen dat de aandacht hier wat afzakt, ben ik er allang weer bovenop. En dan neem ik me voor om voor al die mensen ook zo attent als mogelijk te zijn. Maar ik kan me niet voorstellen dat dit geïsoleerd thuis zitten zou blijven duren. Dat mensen vragen om eten te bezorgen, om mijn boodschappen te doen, om hulp vragen tout court, een gewoonte zou moeten worden. Dat roepen vanuit mijn luie zetel naar mijn bijna 3-jarige: "pak een stoeleke en probeer maar zelf!" de nieuwe standaard zou moeten worden. Ik had geen idee wat het mentaal met je doet als je lichaam van de ene op de andere dag niet meer mee wil, tot het eergisteren ineens ho stop zei.
Als elk nadeel effectief zijn voordeel heef(t) dan is het bij mij wel dat die verplichte rust me nieuwe inzichten gaf. Dat ik godverdomme dankbaar moet zijn voor mijn goeie genen, voor mijn goed functionerend lichaam. En dat ik er zorg voor moet dragen. Maar wat dit vies beestje me vooral heeft geleerd: zorg met de glimlach voor wie zorg nodig heeft. Want die uitgestoken hand die je niet gevraagd hebt, die je niet verwacht had, die doet potverdikke deugd. Een attente persoon uit onverwachte hoek kan je dag maken. Want ge wilt die nie zijn, geloof me. Dus oordeel nooit over degene die zegt dat het niet gaat, want ge wilt diegene niet zijn. Echt niet.
Bedankt, mijn imperfecte, perfecte lichaam.
Voor alles!
X
EJ
Comments